“Don Bosco heeft mijn leven veranderd, en wat ben ik daar dankbaar voor”
Johan Feys had op geen toevalligere manier bij Don Bosco terecht kunnen komen: t oen hij als veertienjarige bij zijn beste vriend Dries ging spelen, stond diens moeder in de keuken een brief voor te lezen van zusters die nog animatoren zochten. En dat zag Johan wel zitten.
“Ik herinner me nog precies waar Dries en ik aan het fietsen waren, de avond voor we naar ons eerste speelplein vertrokken, toen we tegen elkaar zeiden: ‘Waar zijn wij in godsnaam aan begonnen?’”, begint Johan zijn verhaal. “Maar die zondagavond – het was niet te doen om van Ieper naar Kortrijk te pendelen, dus bleven we daar slapen – heeft mijn leven veranderd. Vooral die eerste zomervakantie heeft een serieuze indruk op mij gemaakt.”
Verborgen talenten
“Zo herinner ik me bijvoorbeeld een avond waarop we met de animatoren op onze rug in het gras lagen om naar de sterren te kijken.” Johan glundert terwijl hij het vertelt. “Nog nooit had ik het meegemaakt dat iemand plots vanuit het diepst van z’n hart begon te vertellen, omdat ik dat met mijn andere maten niet kon. Maar bij Don Bosco werd dat praten over je gevoelens plots iets heel vanzelfsprekends.”
Al ging het er natuurlijk niet altijd zo kalm aan toe, licht Johan toe: “Zodra ik voelde hoe hard dat speelplein iets voor mij was, ging ik er keihard voor. Die kinderen hingen letterlijk en figuurlijk aan mij, en later kreeg ik te horen dat ik ook voor heel wat animatoren een voorbeeld ben geweest.” Of hij dan een natuurtalent was? “Ik heb daar alleszins verborgen talenten ontdekt, ja. Vooral creatief en absurd uit de hoek komen, improviseren en entertainen, daar heb ik met het straattheater van Kartje Kilo zelfs mijn beroep van gemaakt.”
“Ik heb op het speelplein mijn verborgen talenten ontdekt.”
Komkommeraanbidding
Zo absurd dat Johan op een mooie dag plots een komkommer begon te aanbidden. “Vraag me niet waarom we die komkommer op zak hadden, waarschijnlijk gingen we ergens picknicken. Plots passeerden we een leeg kapelletje, waar ik dan die komkommer in gelegd heb. Uiteraard lag de rest plat van het lachen toen ik daar helemaal in extase was. Thuis, bij mijn kameraden, moest ik stoer doen. Maar na een paar jaar was ik zelfzeker genoeg om ook bij hen gewoon mezelf te zijn.” Zo leerde Johan dat het niet verkeerd is om af en toe in de belangstelling te staan. “Toen leerde ik: doe eens zot, er zijn mensen die dat net leuk vinden.”
Naast zijn passies voor straattheater en muziek – zijn eerste gitaar kocht hij door het speelplein, toen hij veertien was – is Johan ook leerkracht geschiedenis in het College in Ieper. “Binnen de stuurgroep ontmoeten we vaak leerkrachten geschiedenis uit andere scholen. Zo kwam ik, je raadt het al, ook eens in de Don Boscoschool in Kortrijk terecht. Toen ik daar helemaal alleen over de speelplaats liep waar ik meer dan twintig jaar eerder speelplein heb gegeven, barstte ik plots in tranen uit. Alles kwam plots terug, en ik besefte dat de zomer van 1989 zonder meer mijn leven heeft veranderd.”
Reflectie
“Dat werken met jonge mensen is me altijd bijgebleven. Je mag niet onderschatten hoeveel energie je ervan krijgt om kinderen volledig te zien opgaan in een spel of een verhaal. Dat ik nu leerkracht ben, daar zit Don Bosco zeker voor iets tussen. Vooral dat samenkomen en stilstaan bij ‘Waarom doen we dit?’ zoals we dat op het speelplein deden, daar zouden veel scholen wel bij varen.