Giovanni Don Bosco en het zakhorloge
José J. Gómez Palacios beschreef in de Bollettino Salesiano het leven van Don Bosco telkens door het oogpunt van een ruimte of een voorwerp. In deze tekst is het zakhorloge aan het woord.
Don Bosco had met zijn priesterwijding een zakhorloge cadeau gekregen. Hij droeg dat altijd bij zich, in een zakje van zijn toog. Toen Don Bosco in juni 1846 ziek werd, uitgeput door het enorme werk, vreesde men - zo vertelt de zakhorloge - voor zijn leven.
Ik heb Don Bosco leren kennen op de dag van zijn priesterwijding. Voor hem was ik een kostbaar geschenk. Ik was zo een typisch zakhorloge van die tijd: een omhulsel van goed staal, en een stevige ketting. Op de dag van zijn priesterwijding heeft Don Bosco mij in de binnenzak van zijn toog gestoken, juist boven het hart. Zo heb ik al zijn uren en heel zijn leven mee beleefd. Bij hem werd ieder ogenblik beschouwd als een gave van God.
Mijn ritme was regelmatig, onverbiddelijk. Zo had hij altijd haast om duizend nieuwe dingen uit te vinden voor die jongeren die, ondanks hun jeugdige leeftijd, al het leed en de bitterheid van het leven kenden.
Als ik hem hoorde spreken met voorname en ernstige personen, wist ik dat ik vrij vlug zou opgevist worden uit zijn binnenzak om hen op het uur te wijzen. Maar als hij tussen de jongeren was, vergat hij mij. Meer dan eens, in volle spel zette hij zich aan het lopen. Ik profiteerde ervan om in het vuur van het spel uit zijn binnenzak te wippen, gebonden aan mijn ketting, om steels een oogje te werpen op die regenboog van vreugde, zoals het leven van het Oratorio was.
”Elke minuut van mijn leven zal voor de jongeren zijn.”
Ik ben ook getuige geweest van een verschrikkelijke dag uit Don Bosco’s leven. Het was zomer en drukkend warm. Al weken lang had ik gemerkt dat zijn hartslag onregelmatig was. Plotseling viel hij totaal verzwakt op de grond. Zij droegen hem naar bed en riepen de dokter. Zijn hartslag werd alsmaar onregelmatiger en zwakker.
Ik weet goed hoe belangrijk een sterk en regelmatig hartritme is voor het leven. Als ik de dokter droevig het hoofd zag schudden en de priesters zag met de heilige olie en zijn moeder met tranen in de ogen, vreesde ik voor het ergste. Door het Oratorio verspreidde zich als het ware een dichte mist van angst. De wijzers van de vreugde stonden stil. De jongens begonnen dag en nacht te bidden.
Maar enkele weken later hernam het hart van Don Bosco zijn juiste ritme. En ik met hem. Hij genas en keerde terug tussen zijn jongens. Het was toen dat hij een plechtige belofte deed: ”Elke minuut van mijn leven zal voor de jongeren zijn.” Ik ben de stille getuige van deze gehouden belofte. Ik heb de eer gehad iedere minuut aan te wijzen van een leven, gegeven aan de jeugd.
Vertaling door provinciaal Wilfried Wambeke sdb.